GREAT AT SMALL THINGS

Expo 40 jaar BCCM: Waarom hebben we cultuurcollecties nodig?

Welkom in de wondere wereld van micro-organismen, of liever gezegd microhelden!

We nemen je mee naar een bijzondere plek waar deze kleine wezens worden bewaard... onze cultuurcollecties! 

 

De helden waarnaar we verwijzen zijn te klein om met het blote oog te zien. Wetenschappers cultiveren ze al ongeveer 150 jaar. Tegenwoordig worden micro-organismen toegepast in tal van industriële, landbouw-, milieu- en biotechnologische processen, en onze waardering voor hun ecologische rol neemt toe.

Waar worden de micro-organismen bewaard die al eeuwenlang worden bestudeerd en gebruikt vanwege hun nuttige eigenschappen? In zogenaamde "cultuurcollecties".

De oudste collecties zijn begonnen aan het einde van de 19e eeuw. In België zagen enkele gevestigde cultuurcollecties, verenigd in een netwerk, en de "Belgian Coördined Collections of Micro-organismen", of kortweg BCCM, het levenslicht in 1983! Sindsdien zijn de BCCM-collecties uitgegroeid tot een van de grootste ter wereld, zowel wat betreft het aantal biologische materialen als wat betreft hun expertise en aangeboden diensten!

Cultuurcollecties hebben drie hoofddoelstellingen:

  • Het isoleren en beschrijven van nieuwe microbiële stammen en soorten, waardoor wetenschappers de biodiversiteit van micro-organismen kunnen begrijpen en onderzoeken.
  • Het behoud van de microbiële stammen en hun genetische materialen, en daarmee bijdragen aan het behoud van de microbiodiversiteit.
  • Het ter beschikking stellen van deze microbiologische hulpbronnen aan wetenschappers die ze willen bestuderen of in een toepassing willen gebruiken.

 

BCCM is een consortium van 7 complementaire cultuurcollecties, gecoördineerd door een centraal team van het Federaal Wetenschapsbeleid. 
Het Federaal Wetenschapsbeleid financiert het BCCM-consortium als ondersteuningsactie voor onderzoek en ontwikkeling in de levenswetenschappen en biotechnologie. Deze sectoren zijn immers afhankelijk van de beschikbaarheid van goed gecontroleerd, geïdentificeerd en gekarakteriseerd biologisch materiaal. De missie van BCCM is dan ook om het biologische materiaal van haar collecties, de bijbehorende informatie, evenals haar expertise en knowhow aan te bieden aan partners en klanten uit de wetenschappelijke en industriële wereld.

 

Waarom zouden onderzoekers hun biologisch materiaal deponeren in een openbare cultuurcollectie of in een Biological Resource Centre (BRC)?

 

Slechts een klein deel (<1%) van het microbiologische materiaal dat in wetenschappelijke publicaties wordt beschreven, wordt aangetroffen in openbare cultuurcollecties/BRC's. Het niet beschikbaar zijn van dit materiaal is nefast voor de reproduceerbaarheid van onderzoeksresultaten.  
Voortbouwen op bestaand onderzoek vereist niet alleen de beschikbaarheid van de gegevens, maar ook van het materiaal waarop deze betrekking hebben. Uit onderzoek is gebleken dat het deponeren van een microbiële stam in een openbare cultuurcollectie een multiplicatoreffect heeft op verder onderzoek met betrekking tot deze stam.
Zeker bij publiek gefinancierd onderzoek en in het kader van de verantwoording over de toegekende gelden is het van belang dat niet alleen de resultaten, maar ook de onderliggende data en het materiaal waarop deze zijn gebaseerd, openbaar beschikbaar zijn (‘open access’). ).

Cultuurcollecties/BRC's zijn experts in het behoud van microbiële en genetische hulpbronnen. Om dit biologische materiaal veilig te stellen wordt de meest geschikte conserveringsmethode toegepast en wordt op een andere locatie een reservevoorraad opgeslagen, waarbij indien mogelijk een andere conserveringsmethode wordt toegepast. Kwaliteitscontroles garanderen de authenticiteit van het materiaal. 

Cultuurcollecties/BRC's hanteren ook wettelijke voorschriften voor het verpakken en verzenden van biologisch materiaal. Ook houden zij zorgvuldig bij wie welk materiaal heeft ontvangen (traceerbaarheid). In de meeste gevallen verbiedt een materiaaloverdrachtsovereenkomst, zoals de BCCM MTA, verdere verspreiding van het materiaal door de gebruiker. < br /> Er zijn verschillende soorten stortingen mogelijk. In een openbaar depot wordt het materiaal gecatalogiseerd en ter beschikking gesteld aan derden. Als intellectueel eigendom moet worden beschermd, kan worden gekozen voor een kluis of octrooidepot (Verdrag van Boedapest). Alleen de laatste twee soorten aanbetalingen zijn betaalbaar.

Ook in gevallen waarin een onderzoeker zijn materiaal nog niet voor korte tijd (bijvoorbeeld vóór het afronden van een proefschrift of vóór het publiceren van een wetenschappelijk artikel) of langer (bijvoorbeeld bij het uitvoeren van een meer commercieel georiënteerd project) publiekelijk wil deponeren periode kan de kluis (tijdelijke) bescherming bieden tegen accidenteel verlies of besmetting van het materiaal.

 

Wat levert het de onderzoeker op?

 

Een depot is voor de onderzoeker een effectieve manier om zijn materiaal te conserveren en beschikbaar te stellen voor verder onderzoek. De cultuurcollectie/BRC verzorgt alle administratieve en praktische werkzaamheden.
Bij publicaties kan de onderzoeker naar het materiaal verwijzen via het door de cultuurcollectie/BRC toegekende collectienummer. 
De onderzoeker die deponeert, wordt vermeld in de openbare catalogusinformatie van het betreffende biologische materiaal. Hij wordt dus erkend voor zijn werk en zijn werk zal vaker worden geciteerd.

De cultuurcollectie/BRC is een intermediair tussen de bewaargever en de gebruiker(s) van het biologische materiaal. Als de gebruiker het materiaal voor commerciële doeleinden wil gebruiken, kan de cultuurcollectie/BRC de twee partijen bij elkaar brengen om te onderhandelen over een mogelijke teruggave. Op deze manier voldoen alle betrokken partijen aan het principe van het delen van voordelen, zoals opgelegd door het Nagoya Protocol, dat werd omgezet in Europese wetgeving door Verordening EU 511 /2014.

Dit alles wordt mogelijk gemaakt door het gebruik van een Material Deposit-overeenkomst, zoals de BCCM MDA.